Friday, March 30, 2007

Eerste signalen in januari 2007


Wo Jan 24
De laatste dag op kantoor voor onze DSP workshop begint. Magda, Sylvie en ik zijn de laatste documenten aan het afwerken zodat de dozen met materiaal kunnen worden afgesloten. Ik heb een drukke dag, aangezien ik naast het DSP werk ook nog de trainers van het MiM seminarie wat ontwikkel-instructies moet geven en nog enkele andere dringende zaken moet afhandelen. Maar alles loopt op wieltjes. Morgen ga ik Ernst (de DSP voorzitter van de industrie) ophalen op de luchthaven rond de middag om te lunchen en in de namiddag beginnen de vergaderingen tot en met zondagnamiddag. We hebben een mooi en goed programma uitgewerkt met een tiental industriemensen van over de hele wereld – ik kijk er al naar uit.
Het is ongeveer 14u als Magda en ik nog wat zaken doorspreken alvorens ze naar beneden zou gaan om met Sylvie een aantal dingen af te drukken. Ik voelde ineens iets raars in mijn hoofd en ging terug zitten. Het volgende dat ik bewust meemaakte was dat Johan met me praatte op m’n GSM en me vroeg wat er eigenlijk gebeurd was. Ik zat op een stoel voor mijn computer en begreep niet waarom hij die vraag stelde: ‘Er is niks gebeurd – ik ben aan het werk hier’. Hij refereerde naar ambulanciers die hem verteld hadden dat ik buiten bewustzijn was geweest – ik begreep er niets van maar zag inderdaad twee ambulanciers aan mijn bureau staan en mijn twee collega’s Sylvie en Magda die me met grote ogen aankeken. Ik kon totaal niet volgen. De mannen namen me mee naar de ziekenwagen – ik werd op de brancard gelegd en zei tegen de man ‘er is morgen iets héél belangrijks te doen, maar ik weet echt niet meer wat…’.
In het ziekenhuis werd ik aan een baxter gelegd en onderzocht. Magda vertelde me via de telefoon wat er juist gebeurd was aangezien de dokters moesten vaststellen of ik flauwgevallen was of iets anders had gehad.
Een epileptische aanval (grand mal) was de conclusie. Ik wist er niks meer van, maar voor Magda moet het verschrikkelijk geweest zijn, vooral aangezien ze niet wist wat er gebeurde en er alleen voor stond om de juiste actie te nemen. Ze deed dat heel goed. Ik had kennelijk nog iets raar tegen haar gezegd, had mijn ogen opengesperd en was dan met verkrampte armen en benen gevallen van mijn stoel, terwijl ik een luide eigenaardige schreeuw liet horen. Magda zorgde ervoor dat ik veilig op de grond terecht kwam en daar lag ik verkrampt te schokken voor enkele minuten. Mijn collega’s hadden direct de 100 gebeld. Er kwam schuim op mijn mond en ik had moeilijkheden met ademen – ze vreesden dat mijn ademhaling elk moment kon stoppen. Na het verkrampen ontspande mijn hele lichaam zich en viel ik een zogezegde diepe slaap voor enkele minuten. Daarna gingen mijn ogen open en wou ik bepaalde dingen doen, al was dit nog steeds volledig onbewust: ik wou iets zeggen maar kon niet – er kwamen gekke klanken uit mijn mond (de collega’s vreesden dat ik een hersenattack had gehad), ik stond recht en legde mijn gevallen pen op mijn bureau, de ambulanciers die ondertussen waren aangekomen gaven me een vingerprik om de suikerspiegel te testen: ik reageerde als een klein kindje van 2 jaar op de prik met een luide ‘auw’ en met grote ondeugende ogen en een luide lach naar de mannen. Ze zetten me op een stoel en belden met Johan. Pas als ik hem hoorde kwam ik echt bij bewustzijn.
In het ziekenhuis had ik een Afrikaanse dokter die me in het Frans kwam zeggen dat ik best na zo’n aanval mijn hersenen in een scan liet nazien. Ik vroeg hem of ze eerst mijn bloed konden testen op mogelijke zwangerschap aangezien ik niet het risico wou lopen zwanger gescand te worden. Johan en ik wilden graag kindjes – aangezien ik in 2000 een maligne melanoom had gehad (huidkanker) waren we aangeraden om niet met kindjes te beginnen tot ik ‘genezen’ verklaard zou worden na 5 jaar opvolging. Die tijd was nu verstreken, dus waren we nu aan het uitkijken naar een mogelijke zwangerschap - de kans was klein dat het net nu gelukt was maar ik wou geen enkel risico lopen. Mijn bloed werd getest en de dokter kwam terug met een lach op het gezicht ‘J’ai de bonnes nouvelles: vous êtes enseintes.’ Johan (die ondertussen was aangekomen) en ik waren ongelofelijk verrast en heel blij met dit nieuws, maar toch maakte ik me wat zorgen hoe die epilepsie daarmee in relatie stond.
Ik wou mijn werk gewoon verderzetten de volgende dag, maar de dokter gebood me om de volgende dagen van de week veel te rusten na de aanval. Ik werd aanbevolen om te bespreken met mijn huisdokter wat de volgende stappen waren, hoogst waarschijnlijk een EEG onderzoek om te kijken of de hersenen afwijkingen vertoonden en daardoor een epileptische aanval hadden uitgelokt.
Ik belde naar mijn collega’s en regelde een aantal inhoudelijke zaken en voelde me terug normaal en uiteraard positief ondersteund door mijn besef dat ik zwanger was!

Do Jan 25 – Zo Jan 28
Ondanks het feit dat ik van de dokter moest rusten voelde ik me OK en had ik het gevoel dat het probleem snel van de baan zou zijn. Ik bezocht mijn huisarts, deed een extra bloedtest die de zwangerschap bevestigde en Johan en ik vierden het goede nieuws met een gezellig etentje in ons lievelingsrestaurantje. Op zaterdag bezochten we het DSP team op hun dinner zodat ik toch de kans had om iedereen te ontmoeten en wat te praten.

Ma Jan 29 – Wo Jan 31
Vanaf maandag ging ik terug werken - gewone werkdagen, met het grote verschil dat ik niet meer met mijn auto naar het werk kon rijden. Als je een epileptische aanval hebt gehad mag je kennelijk 6 maanden niet met de wagen rijden aangezien je op een halve seconde of minder buiten bewustzijn kan zijn. Ik moest mezelf een alternatief vinden: openbaar vervoer en/of met iemand meerijden. Ik had nog niemand gevonden en spendeerde dus dubbel zoveel tijd aan mijn traject – net nu ik al mijn tijd in rust moest steken – te voet, met bus, met trein, terug bus en nog wat te voet tot aan mijn huis. De vermoeidheid speelde me wat parten.

No comments: